
In mijn kinderjaren was ik al bezig met het zoeken naar rupsen, de rupsen gingen mee naar huis om ze groot te laten groeien zodat ze konden verpoppen en uit de poppen kwamen na verloop van tijd weer vlinders, heel leuk om mee te maken hoe deze ontwikkelingen verlopen bij verschillende soorten rupsen. Als kind heb ik hier veel soorten planten en vlinders door leren kennen.
Het nadeel van het zoeken en opkweken van rupsen, is dat je de bijna volgroeide rupsen zonder problemen kunt vinden en de kleine exemplaren snel over het hoofd ziet, de grote exemplaren zijn ook vaak bewoond door parasieten als sluipwespen of sluipvliegen. Kleine en volgroeide rupsen van dezelfde soort kunnen er totaal anders uit zien en dat wakkerde mijn nieuwsgierigheid aan. Bij een net uit het ei gekropen rupsje spreken we van een L1 rupsje, na de eerste vervelling is het een L2 rupsje en zo gaat het door tot L5 en in sommige gevallen tot L6 voordat de rups gaat verpoppen. Als ik even het voorbeeld van een Indische maanvlinder (Actias selene) neem, is het rupsje in L1 oranje met in het midden vier zwarte segmenten. Na de eerste vervelling en dus in L2, is het rupsje oranje met zwarte tuberkels die in verhouding steeds kleiner worden naarmate het rupsje groeit. Een vervelling later (L3) is de rups groen met oranje en gele tuberkels. Deze kleur blijft de rups behouden tot aan het popstadium. Met het echte kweken van vlinders, beleef je de gehele cyclus van ei tot ei en alle stadia die daar tussen zitten. Een voorwaarde is dat de vlinders paren en ook weer bevruchte eitjes leggen. Een kweek is bij mij pas gelukt als ik eindig waar ik mee begonnen ben, dus van ei naar bevrucht ei, van pop naar pop of van L2 rups tot L2 rups.

Een andere bijkomstigheid bij het kweken van vlinders zijn de seizoenen. In het voorjaar en de zomer kun je vlinders kweken maar de herfst en winter zal dit in de meeste gevallen niet lukken met inheemse vlinders. In de gematigde zones houden vlinders een winterrust, dit kan gebeuren als ei, rups, pop of vlinder. Een winterrust is in veel gevallen noodzakelijk en zonder deze koude periode komt het ei of de pop niet uit en sterft. Een ander probleem is dat vrijwel alle voedselplanten in deze periode geen blad dragen en er geen voedsel voor de rupsen beschikbaar is.
Om in de wintermaanden toch vlinders te kunnen kweken, ben je eigenlijk toegewezen op tropische en subtropische vlinders. Een voorwaarde is dan wel dat ze voedsel aannemen van wintergroene planten zoals Liguster, Laurierkers, braam en wintergroene Eik, zodat er voldoende voedsel voorhanden is. Het voeren met kamerplanten is over het algemeen een dure aangelegenheid, maar bij kleine soorten en in beperkte aantallen is dit het overwegen waard. Een andere manier is het grootbrengen met kunstvoer, hier heb ik tot nu toe geen ervaring mee en zal dit daarom ook niet behandelen.

Op de volgende pagina’s geef ik uitleg over de behandeling van ei, rups, pop en vlinder en over de materialen en huisvesting die ik gebruik bij het kweken van mijn vlinders. Er zijn veel manieren om rupsen groot te krijgen maar er kan ook veel fout gaan, het is dan ook niet de bedoeling om te vertellen hoe je vlinders moet kweken maar meer een uitleg over manier waarop ik het zelf doe, dit is voornamelijk gebaseerd op eigen ervaring en tips van andere kwekers.