
Ten slotte in het kort nog een opsomming van wat algemene maar zeer belangrijke regels of aandachtspunten bij het verzorgen van deze diertjes. Veel van deze punten zijn al aan de orde gekomen in voorgaande hoofdstukken maar zijn dermate belangrijk dat ik ze hier toch nog even op een rijtje wil zetten.
Natuurlijke omstandigheden
Ga na waar de het kweek materiaal onder natuurlijke omstandigheden rond vliegt. Land, klimaat(zone), hoogte, temperatuur, luchtvochtigheid en jaargetijde zijn elementen die er voor zorgen dat de vlinder daar vliegt en niet ergens anders. Voor een goede ontwikkeling van de rupsen en poppen is het verstandig de natuurlijke omstandigheden zoveel mogelijk na te bootsen.
Zon

Bakjes met eitjes, rupsen of poppen nooit in de zon zetten. Doordat de temperatuur erg snel zal oplopen in een geheel of deels afgesloten bak, zullen eitjes, rupsen of poppen het niet lang overleven. Ook de voedselplanten zullen snel verwelken waardoor deze niet meer door de rupsen gegeten worden en door uitdroging snel zullen sterven.
Condens
De nummer één veroorzaker van ziekten in een kweek is condens. Bij het kweken van vlinders uit een gematigde zone is dit meestal geen probleem, deze kunnen in goed geventileerde bakken opgekweekt worden. Bij het kweken van subtropische en zeker tropische vlinders hebben we te maken met temperaturen die meestal hoger liggen dan de omgeving, vaak is hier een hoge luchtvochtigheid gewenst waardoor we in beperkt geventileerde bakken zullen kweken.

In zulke gevallen zal er snel condensvorming optreden aan de wanden van de kweekbak. Vocht en warmte zijn ideale omstandigheden voor bacteriën om zich te vermenigvuldigen en de kans op ziekten in een kweekbak met condens wordt aanzienlijk groter, zeker als de rupsen in contact komen of drinken van de druppels aan de wanden van de bak. Door de kweekbak in een warme ruimte met een hoge luchtvochtigheid te zetten, kan de vorming van condens voorkomen worden. Vanwege de hoge luchtvochtigheid rond de bak, kan er ook volop geventileerd worden. Als er dan toch gekozen moet worden, probeer dan in de eerste plaats condensvorming te voorkomen, zet de rupsen bij een wat lagere temperatuur en zorg voor goed vers voedsel.
Voedsel

Ga voordat de eitjes worden aangeschaft eerst na welke voedselplanten door de rupsen gegeten worden. Er zijn rupsen die vrijwel alles eten wat groen is maar ook soorten die aan één specifieke voedselplant gebonden zijn. Ververs het voedsel dagelijks of eens in de twee dagen. Voedsel dat niet voldoende vocht bevat veroorzaakt uitdroging van de rupsen waardoor je zogenaamde honger vormen over houd, dit zijn rupsen die niet de volledige grootte bereiken als ze verpoppen waardoor de vlinders veel kleiner zullen zijn dan normaal. In ernstige gevallen zijn de poppen misvormd en als er dan toch nog gave miniatuur vlinders rond fladderen, hebben de vrouwtjes vaak geen eitjes kunnen ontwikkelen door onvoldoende voedingsstoffen. Misschien nog wel belangrijker, kan oud voedsel ook een veroorzaker zijn van ziekten. Takken met bladeren die in het water gezet worden blijven langer vers maar gaan in voedingswaarde toch achteruit, ververs takken op water in ieder geval eens in de drie dagen. Zorg er voor dat de rupsen niet in het water kunnen vallen of kruipen. Het zijn nu eenmaal niet de slimste dieren en zullen zichzelf zonder pardon verdrinken. Sluit de fles of pot met water goed af met bijvoorbeeld watten, keukenpapier, folie of deksel met gaatjes.
Ziekten

De meest voorkomende ziekte bij het kweken van rupsen is een bacteriële infectie van de ingewanden. De rupsen stoppen met eten en scheiden een dunne ontlasting uit, deze diarree is doorgaans zeer besmettelijk. Isoleer zo veel mogelijk rupsen in aparte bakjes om de uitval te beperken, na een week zijn de overlevende rupsen als niet besmet te beschouwen en kunnen ze weer bij elkaar gezet worden. Ontsmet de bak waar de zieke rupsen in gezeten hebben met bijvoorbeeld een chloor oplossing. Om uitval van de hele kweek te voorkomen, is het verstandig om de rupsen over een aantal bakken te verdelen. Ga hygiënisch te werk bij het houden van rupsen, voorkomen van condens, vers voedsel, handen wassen en het regelmatig verschonen van het verblijf zijn noodzakelijke werkzaamheden voor een geslaagde kweek.
Verpopping

Zorg voor voldoende en de juiste gelegenheid voor het verpoppen van de rups, ga na waar de rups zich normaal gesproken verpopt. Ondergronds, op de grond, in een cocon, hangend aan een tak zijn de mogelijkheden die je het meest tegen zal komen. Zorg er vooral in deze tijd voor dat de rupsen niet zomaar kunnen ontsnappen. Rupsen die zich in een cocon verpoppen lijken een voorkeur te hebben voor plaatsen waar je ze niet wilt hebben zoals in de hoeken tegen deksels of deuren waardoor deze niet meer te openen zijn zonder de cocon te beschadigen. Verstoor de rupsen zo min mogelijk tijdens deze periode, dit kan leiden tot misvormde poppen. Ook verstoring door soortgenoten wegens overbevolking is mogelijk, vooral bij ondergronds verpoppende soorten is dit iets om rekening mee te houden.
Winterrust

Alle vlinders in de gematigde zones houden een winterrust, dit kan in elk stadium van ontwikkeling gebeuren (ei, rups, pop, vlinder) en is soort afhankelijk. In de meeste gevallen speelt de daglengte een grote rol, als de dagen aan het einde van de zomer korter worden, zal de rups na verpoppen in winterrust gaan. De pop heeft dan een periode van koude nodig om in het voorjaar weer een vlinder voort te brengen, zonder deze koude periode zal de vlinder niet uitkomen. In andere gevallen speelt de temperatuur een grotere rol. Eitjes kunnen ook een periode van koude nodig hebben om verder te ontwikkelen, de warme periode die volgt zorg voor het uitkomen van de eitjes of poppen. Overwinterende rupsen zullen zich vaak in de grond of in de strooisellaag schuil houden, het warme weer en de nieuwe verse blaadjes zorgen er voor dat de rups zijn periode van vasten weer staakt. Het houden van overwinterende vlinders is niet eenvoudig en meestal is er veel uitval, eens in de vier weken de vlinders opwarmen en goed laten drinken kan het percentage uitval beperken. eitjes, poppen en rupsen zijn redelijk eenvoudig te overwinteren in een onverwarmde schuur, koelkast of tuinkast. De ideale temperatuur ligt tussen de 0 en 5ºC voor inheemse soorten, een temperatuur boven de 10ºC kun je het beste zo veel mogelijk vermeiden in verband met schimmelvorming. Dat alle soorten uit een gematigd klimaat een winterrust houden, wil niet zeggen dat elke generatie een winterrust houdt. Veel soorten vliegen in meerdere generaties per jaar totdat ze een seintje krijgen vanwege de korter wordende dagen of lagere temperatuur. Sommige vlinders uit (sub)tropische gebieden kunnen ook een winterrust houden of zijn hier tegen bestand, vaak zijn dit soorten die (ook) in de hoger gelegen streken leven. Verder zijn er poppen die sterk op neerslag reageren, voornamelijk soorten uit streken met een specifieke regentijd.