Luchtvochtigheid

Als de rupsjes eenmaal uit het ei zijn gekropen, worden ze voorzichtig overgezet naar een ander bakje. Omdat de kleine rupsjes zeer kwetsbaar zijn gebruik ik hier een vogel veertje of een fijn penseeltje voor, als alle rupsjes tegelijk uit komen zijn ze voorzichtig uit het bakje te vegen, bij eitjes die niet tegelijk uitkomen worden ze een voor een uit het bakje gehaald. Het voordeel van het ontbrekende papier in het bakje met eitjes wordt nu duidelijk, omdat ze zich niet goed vast kunnen zetten op het gladde oppervlak van het bakje, gaat dit vrij gemakkelijk. De jonge rupsjes gaan in een ander transparant doosje of petrischaaltje, ventilatie gaatjes zijn hier ook niet nodig. Omdat de ze in dit stadium snel uitdrogen is de verhoogde luchtvochtigheid nu ook belangrijk, ademen tegen het deksel is nu niet meer nodig omdat het blad in het bakje ook water verdampt. Pas nu wel op dat er geen condens tegen het deksel vormt. Jonge rupsen van bijvoorbeeld Attacus soorten willen eerst wat drinken, zonder eerst te drinken eten ze vaak niet en sterven na een paar dagen. Een paar kleine druppeltjes water op het blad in het doosje, zorgt er voor dat de jonge rupsjes kunnen drinken als dat nodig is, als ze beginnen te eten krijgen ze voldoende vocht via het blad naar binnen en is water eerder schadelijk dan goed. Bedek de bodem van het bakje met een aantal blaadjes van de juiste voedselplant en zet het geheel op een geschikte plaats. Jonge rupsen eten niet direct na het uitkomen, vaak duurt het een of twee dagen voordat ze beginnen te eten, in die tussentijd lopen ze veel in het bakje rond. Zorg er voor dat er voldoende vers voedsel aanwezig is en dat het bakje niet te groot is, als ze telkens met het voedsel in aanraking komen gaan ze vanzelf eten.
Ziekten

Door de verhoogde luchtvochtigheid zal het blad niet snel verleppen. Verwissel de blaadjes eens in de een a twee dagen, maak het bakje schoon met heet water en wat afwasmiddel. Het schoon houden van de bakjes is zeer belangrijk omdat er door de verhoogde luchtvochtigheid snel schimmelvorming of ziekten kunnen ontstaan. Een zieke rups is te herkennen aan het uitscheiden van diarree en beweegt niet. Als het eenmaal zover is, zal de rups het niet overleven. Verwar dit stil zitten niet met het gedrag vlak voor de vervelling en ook niet met de fase waarin de rups aan het einde van de groei zijn ingewanden leegt. Als de rups ziek is zal hij binnen korte tijd slap worden en sterven, in veel gevallen blijft hij gewoon aan de tak hangen. Probeer zieke rupsen zo snel mogelijk uit de bak te halen, als andere rupsen in contact komen met de diarree, zijn deze vaak ook besmet. Een goede gewoonte om de schade vooraf te beperken, is het splitsen van de kweek in twee of drie afzonderlijke bakjes, hiermee wordt de kans op besmetting van alle rupsen veel kleiner.
Vervellen

Afhankelijk van de soort en de temperatuur, zal je rups zich na vier tot tien dagen gaan vervellen. De rups zal een of twee dagen stil gaan zitten totdat hij klaar is voor deze klus. Rupsen spinnen een nauwelijks waarneembaar netje van zijde waar ze zich aan vast zetten, trek de rupsen niet los maar zet ze bij het verschonen van de bak met een stukje blad of tak over. Na de vervelling zal de rups nog een tijd stil gaan zitten om zijn nieuwe huid te laten drogen en zijn uitwendig skelet te laten verharden. Meestal hebben de rupsen vlak na de vervelling een fletse kleur die tijdens het drogen langzaam feller wordt doordat de pigmenten in de huid zich nog moeten kleuren. Rupsen van de ene soort eten hun oude huid op, andere soorten laten het voor wat het is en maken geen gebruik van de achter gelaten voedingsstoffen. Een rups die na zijn vervelling wordt gestoord, eet zijn oude huid meestal niet meer op. Deze verstoring kan naast eigen toedoen ook gebeuren door andere rupsen die in de bak rond kruipen.
Ventilatie

Na de eerste vervelling gaan de rupsjes in wat grotere bakjes, ik gebruik daar meestal lege kwark bekertjes voor, en zet daar stukjes tak met blaadjes in zodat ze rechtop of schuin staan, via het transparante dekseltje zijn ze goed in de gaten te houden. Afhankelijk van de grootte van de rupsjes, zullen ze na de tweede of derde vervelling merkbaar meer gaan eten, we zullen dus weer voor meer ruimte moeten zorgen. Er zijn rupsen die zich vijandig tegenover elkaar gaan gedragen als ze te dicht op elkaar gepakt zitten en ze kunnen elkaar dan lelijk verwonden. Ga na hoe de vlinder de eitjes afzet, als ze per stuk of met twee of drie tegelijk afgezet worden, is het mogelijk dat ze niet zo goed met elkaar kunnen opschieten, worden ze in groepjes afgezet is het soms zo dat ze weigeren te eten als ze geen soortgenoten om zich heen hebben. Als groter verblijf gebruik ik transparante opberg boxen met transparant deksel. Een groot voordeel is dat ze in vergelijking met een glazen terrarium, goedkoop, licht, stapelbaar en eenvoudig schoon te maken zijn. Een ventilatieopening is te maken door met een stanleymes een rechthoek uit het deksel te snijden en voor het gat een stuk gaas of vitrage met duct tape vast te plakken. Deze opberg box zet ik en de meeste gevallen op zijn zijkant zodat de hoogte het grootst is, hierdoor is het mogelijk om takken in een laag potje met water in de doos te zetten waardoor de takken met bladeren langer vers blijven. Verdamping door de bladeren zorgt in dat geval voor een hogere luchtvochtigheid. Omdat het niet de meest intelligente dieren zij, moet het potje moet wel goed worden afgesloten met bijvoorbeeld plasticfolie en elastiek. Rupsen kruipen langs de stengel naar beneden en kuipen vaak net zolang door totdat ze onder water zitten, door de verminderde toevoer van zuurstof worden ze daar inactief en verdrinken. Een rups kan enkele uren onder water zitten zonder dood te gaan dus het is altijd de moeite waard om hem af te drogen en een paar uurtjes te laten liggen, vaak worden ze toch weer actief. Zelf gebruik ik de potjes van Sanmarco mosterd, die glazen potjes met een geel flexibel kunststof deksel. In het deksel maak ik een paar gaatjes waar de takken strak in passen waardoor de rupsen beslist niet verdrinken.
Het einde van de rups

Naarmate de rupsen groeien zullen ze zich nog een aantal malen vervellen, afhankelijk van de soort zal dit vier of vijf keer gebeuren. Als de rupsen zich uiteindelijk klaar gaan maken om zich te verpoppen, zal dit over het algemeen merkbaar zijn vanwege het gedrag dat ze vertonen. Plotseling stoppen ze met eten en blijven ze een tijd stil zitten, hierna wordt de darminhoud geleegd die er vaak uit ziet als een slappe klodder ontlasting. Vanaf nu gaat de rups opzoek naar een geschikte plaats om zich voor te bereiden op de verpopping, hierbij worden ze vaak erg actief en beginnen het hele verblijf rond te lopen tot ze uiteindelijk een geschikte plaats gevonden hebben. Bij een aantal soorten verkleurt de rups vlak voor de verpopping, meestal zijn dit donkere verkleuringen van kop of rug. Rupsen die zich inspinnen in een cocon van zijde vinden meestal snel een geschikte plaats tussen de takken en bladeren in de bak. Soorten die zich niet inspinnen maar wel bovengronds verpoppen, weten ook wel een plaatsje te vinden tegen het deksel of de wand van de bak. De laatste groep bevat de soorten die zich normaal gesproken ondergronds verpoppen. Als ik rupsen zie die het typische loopgedrag vertonen, worden ze overgezet naar een met grond gevuld kwark bakje, in elk bakje gaat één rups. Als er meerdere rupsen in een bakje worden gezet, zullen ze elkaar verstoren tijdens het verpoppen waardoor er misvormde poppen kunnen ontstaan. Gebruik als vulling voor de emmers geen bemeste potgrond, de zouten van deze meststoffen zorgen er voor dat de rups snel verdroogt, zelf gebruik ik licht vochtige bladaarde of zaai/stekgrond maar ook een paar proppen keukenpapier kunnen goed van pas komen als er niets anders voorhanden is. Zorg er voor dat de deksels goed verankerd zijn, denk niet dat een dekseltje voldoende is om ze in het bakje te houden, vooral pijlstaartrupsen hebben geen enkel probleem om dit omhoog te tillen en er stilletjes vandoor te gaan. De bakjes stapelen en op het bovenste bakje een steen leggen voldoet prima, stapel de bakjes op volgorde of merk ze met een datum, zo kun je inschatten wanneer de rupsen verpopt zullen zijn.
Prepupa

Vrij hangende poppen gaan als hangende rups meestal vrij snel over naar het pop stadium, meestal zitten er tussen het vastspinnen en het verpoppen een paar dagen waarin de rups merkbaar korter wordt voordat hij voor de laatste keer zijn huid afwerpt. Rupsen die zich inspinnen of ondergronds verpoppen doen er over het algemeen langer over. Na het inspinnen duurt het gemiddeld een week tot tien dagen voordat de rups zich werkelijk verpopt. In dit stadium verschrompelt de rups enigszins door verdamping van vocht en wordt hierdoor veel korter, dit stadium wordt prepupa genoemd. Verstoring van de prepupa zorgt in veel gevallen voor misvormde poppen die uiteindelijk sterven of misvormde vlinders voortbrengen. Als ik niet weet hoe lang een rups nodig heeft om te verpoppen, houd ik meestal veertien dagen aan zodat ik er zeker van ben dat de rupsen daadwerkelijk verpopt en uitgehard zijn.
Klimaat gematigd

Tijdens het opgroeien van de rupsen, is het verstandig om het klimaat zoveel mogelijk aan te passen naar de omstandigheden waarin de rups onder natuurlijke omstandigheden leeft. Bij inheemse vlinders zal dit weinig problemen opleveren, een goed geventileerde bak of kooi uit de zon en in de buitenlucht is in principe voldoende, neem voor de ventilatieopening of de wanden wel zeer fijn gaas zodat sluipwespen of sluipvliegen geen kans krijgen om bij de rupsen te komen. Ook is het mogelijk om een fijnmazige kweekmouw over een tak van een plant te schuiven en deze aan beide kanten stevig dicht te binden. Dit levert over het algemeen het minste werk op omdat de blaadjes aan de nog levende takken niet zullen verwelken en er dus geen voedsel ververst hoeft te worden. Twee keer in de week de uitwerpselen uit de mouw schudden is voldoende om de rupsen groot te brengen, wekelijks verplaatsen van de kweekmouw met rupsen zorgt er voor dat de takken niet helemaal kaal worden gegeten. Kaal gevreten takken herstellen over het algemeen veel trager dan takken waar nog redelijk wat blad aan zit.
Klimaat (sub)tropisch

Bij het kweken van (sub)tropische vlinders hebben we te maken met omstandigheden die we bij ons in de buitenlucht misschien in goede zomers kunnen benaderen maar hier hebben we buiten dit seizoen niets aan. Omdat het kweken van juist deze vlinders vaak het hele jaar door plaats kan vinden, zijn we al snel aangewezen op een plaats binnenshuis. Vooral tijdens de wintermaanden heeft dit als nadeel dat de luchtvochtigheid in huis door het stoken van de CV. erg laag is, een ander probleem zijn de korte dagen. Om natuurlijke omstandigheden na te bootsen hebben we al snel een periode van 12 tot 13 uur licht nodig, hier komen we in de wintermaanden dan echt wel een paar uurtjes tekort dus zullen we hier ook wat aan moeten doen. Bepaalde rupsen die tekort licht hebben gekregen tijdens de ontwikkeling kunnen als pop een diapauze inlassen.
Klimaatkast

Om in de wintermaanden toch te kunnen kweken met (sub)tropische vlinders en ik meestal meer soorten tegelijk kweek, heb ik op zolder een kast van 150x100x70 cm. gebouwd en aan de binnenkant geïsoleerd met 5 cm. dikke polystyreen platen. In deze kast brandt dagelijks gedurende 14 uur een 12V. PL lamp, vanwege de laagspanning is vocht geen probleem. De lamp zorgt voor voldoende licht en de combinatie lamp/transformator verwarmt deze kast tot een temperatuur van 25 tot 30°C afhankelijk van de temperatuur buiten de kast. Om snel afkoelen in de nacht tegen te gaan, liggen op de bodem van deze kast een drietal gladde natuursteen 50x50x5 tegels, deze zijn makkelijk schoon te maken en staan de warmte die ze overdag verzamelen gedurende de nacht langzaam af. Een met gaas afgedekte bak water staat op een van de tegels in de hoek van de kast om de luchtvochtigheid op peil te houden en in de bovenhoek van de kast hangt een ventilator van een afgedankte computer behuizing die op de transformator van de lamp is aangesloten. Door de beweging van lucht in de kast, wordt de warme lucht gelijkmatig verdeeld en blijft de luchtvochtigheid tussen de 75 en 90% hangen. Door deze hoge luchtvochtigheid is besproeien van het blad niet nodig en ziekten krijgen daardoor veel minder kans om zicht te ontwikkelen. De gelijkmatige warmteverdeling en de luchtbeweging zorgen er ook voor dat ondanks de hoge luchtvochtigheid, er geen condensvorming optreedt. In deze kast worden de bakken met rupsen geplaatst en doordat de voorzijde van de bakken voornamelijk uit gaas of vitrage bestaan, is er ook voldoende luchtcirculatie in de bakken zelf. Eitjes en jonge rupsjes kunnen in deze kast geventileerd groot gebracht worden en poppen en cocons ontwikkelen snel en drogen niet uit. De hoge luchtvochtigheid zorgt er wel voor dat de uitwerpselen snel beschimmelen, de bakken moeten daarom minimaal eens in de twee dagen schoon gemaakt worden.