Tijd voor vlinders

In mijn jaren als jongen van een jaar of acht, was ik al behoorlijk geïnteresseerd in plantjes en beestjes. Als je me in die tijd zou vragen wat ik later zou willen worden, was het antwoord steevast boswachter. De wijk waar ik destijds opgroeide was een nieuwe, behoorlijk groene wijk en waar veel groen is, kom je doorgaans ook veel rupsen tegen.

De eerste ontmoetingen waren de rupsen van de ringelrups op de wilgen en die van het bont schaapje op de pas aangeplante esdoorns. De ringelrupsen kwamen in grote getale voor, er was geen ontkomen aan, ze waren makkelijk te vinden en mee naar huis te nemen. De rupsen van het bont schaapje waren iets lastiger te vinden, de prachtig gekeurde en behaarde rupsen hadden niet bepaald een goede schutkleur. Als je in de Esdoornstraat tijdens het lopen omhoog keek, zag je ze zonder problemen onder op de bladeren zitten. Vooral de variatie in kleur tussen de ene en de andere rups van licht geel tot diep oranje rood, maakte het geliefde huisdiertjes. Thuis werden de beestjes in glazen potten gehouden, een paar gaatjes in het deksel zorgde voor voldoende lucht. Na wat experimenteren werd het aantal rupsen dat wist te overleven steeds groter.

Een of twee jaar later ging ik wat meer gericht opzoek naar rupsen. Door ervaring kom je er achter dat de keuteltjes op de grond of de vraatsporen aan de planten heel wat aanwijzingen achter laten. Bepaalde soorten wilg en populier worden graag door heel wat grotere, maar moeilijker te vinden rupsen gegeten en bij het vinden van mijn eerste pijlstaart- en hermelijnrupsen, zijn deze eigenlijk altijd favoriet gebleven. Met het vinden en verzorgen van deze rupsen, krijg je ook te maken met de zorg voor de poppen in de winter en het lange wachten tot de vlinders eindelijk uit komen. Aan het einde van het voorjaar als je vlinders dan toch eindelijk uitkomen, is het natuurlijk prachtig als je het net tref dat er een populierenpijlstaart zijn vleugels aan het oppompen is en een paar uurtjes later weg vliegt om een vrouwtje op te zoeken.

Vanaf een jaar of zestien kreeg ik zelf interesse voor de vrouwtjes van mijn eigen soort en na schooltijd, een zaterdag baantje als tuinman en het stappen met mijn maten, bleef er zeker in de zomer niet veel tijd meer over voor het houden en verzorgen van rupsen. Tijdens mijn dienstplicht in Amersfoort was dit ook uitgesloten en na mijn dienst tijd ben ik als vakbekwaam hovenier aan het werk gegaan. Tegenover de uurtjes die in de winter niet gewerkt kunnen worden, staan in het voorjaar en de zomer de vele overuren. Een jaar of drie later ben ik zelf een hoveniersbedrijf begonnen en ruim tien jaar daar na, heb ik de schoffel en de schop noodgedwongen in de wilgen gehangen en heb deze ingeruild voor een redelijk normale kantoorbaan. Met de luxe van weinig overuren en ook nog een vrije zaterdag, heb ik ineens een zee van tijd die natuurlijk voor een groot deel naar mijn vrouw en kinderen gaat. Toch blijft er nog wat tijd over en zo krijg ik samen met mijn zoontje, oog voor een paar rupsen in mijn achtertuin.

De rupsen van de plakker die zich in mijn tuin aan de blauwe regen tegoed deden, gingen in een kunststof bak met deksel van gaas. Na wat zoekwerk konden we er drie vinden en omdat ze al redelijk groot van formaat waren, duurde het niet lang of ze verpopten. Twee van de poppen waren bewoond door een sluipvlieglarve maar de pop van het veel grotere vrouwtje kwam na een aantal weken uit. Door de bak met het vrouwtje op een mooie zomermiddag buiten te plaatsen, konden we een aantal mannetjes aantrekken. Op deze manier maakte ik ook kennis met vlindereitjes en na het overwinteren in de tuinkast, de mini rupsjes. Mijn interesse was weer aangewakkerd.

Na het kweken van een aantal soorten vlinders, stond de winter periode weer voor de deur. Door het zoeken op internet naar informatie, was ik al eerder op sites terecht gekomen waar (sub)tropisch materiaal werd aangeboden en besloot om het eens te proberen met een kweekje in huis. Omdat dit soorten zijn die je hier niet in het wild tegen kom, is het elke keer weer een verrassing hoe de vlinders en rupsen er in werkelijkheid uit zien, ook de enorme afmetingen van sommige exemplaren geeft bij zo’n kweek in de winter weer iets nieuws. Later heb ik me aangesloten bij een aantal internetfora waar gehandeld en geruild wordt in kweekmateriaal, zo kon ik ook mijn overschot aan eitjes kwijt. Doordat er van veel soorten, geen of weinig kweekinformatie op internet te vinden is en dat het met foto”s niet veel beter is, begon ik met het idee te spelen om de kweekjes eens bij te houden in een verslag zodat ik ze later op een website zou kunnen zetten. Als ik op zoek ben naar informatie, zal iemand anders het waarschijnlijk ook doen en zo ontstond het begin van deze site.

Renco

Volgende pagina